Een goede kaart (inspirerend verhaal)
De schrijver Steven Pressfield (van het geweldige boek The War of Art) deelde op zijn website onlangs onderstaand inspirerend verhaal. Een verhaal dat bij mij blijft hangen, dat me fascineert. Ik heb het daarom naar het Nederlands vertaald. Ter inspiratie!
Zo rond de tijd van de Tweede Wereldoorlog ontsnapte er een Ghurka soldaat uit een Japanse gevangenis in het zuiden van Birma (tegenwoordig: Myanmar). Dwars door de jungle trok hij in zijn eentje naar de vrijheid. Bijna 1000 km, waar hij vijf maanden over deed.
Nooit vroeg hij de weg, maar hij raakte die ook niet kwijt. Enerzijds omdat hij geen Birmees sprak en anderzijds omdat hij alle Birmezen als verraders beschouwde.
Hij had wel een goede kaart, die hij bij aankomst in India aan de inlichtingendiensten liet zien. Ze wilden alles weten over zijn tocht. Met potlood had hij op de kaart precies aangegeven langs welke wegen hij gewandeld had, bij welke splitsingen hij afgeslagen was en welke rivieren hij over had moeten steken. De kaart had hem enorm geholpen.
De officieren van de inlichtingendiensten vonden de kaart niet zo handig.
Het was een stratenkaart van Londen.
Uit: Bugles and a Tiger, My Life in the Ghurkas – John Masters (vrije vertaling Rudolf Roos)
Opmerkingen bij het verhaal
Dit verhaal heeft even tijd nodig om te landen. Aan het eind denk je toch: ‘huh?’, en dan ‘maar hoe heeft ‘ie dat dan gedaan?’ en ‘dan heb je toch door dat de kaart niet klopt’, en…
Voor mij gaat dit verhaal over een goede kaart, een plan hebben, en lopen op je intuïtie. Een intern kompas dat eigenlijk veel belangrijker is dan een goede kaart.