Verhalen Vertellen in de Klas

Alles over Verhalen Vertellen in de Klas | Basisschool

Werk je in het basisonderwijs en wil je meer weten over verhalen vertellen in de klas? Of vertel je regelmatig verhalen in je klas, maar wil je meer weten over het belang en de kracht van verhalen vertellen op school?

Verhalen vertellen in de klas is samen met de leerlingen op avontuur gaan. Het is werken aan groepsvorming, sociaal-emotionele ontwikkeling, creativiteit en taalvaardigheid. Ze krijgen verhalen mee die indruk maken en langdurig bijblijven.

Meester Rudolf

In dit artikel deel ik bijna alles met je wat ik weet over verhalen vertellen in het onderwijs.

“Meester Rudolf!”, hoor ik nog regelmatig in de wijk waar ik woon en lesgaf op een basisschool. Na zeven jaar lesgeven begon ik fulltime te werken als verhalenverteller. Veel op basisscholen, van de jongste kleuters tot de pubers van groep 8.

De twee allerbelangrijkste ingrediënten van verhalen vertellen in de klas missen nog in dit artikel: de vonken in jouw ogen en het plezier en de reactie van de leerlingen! 😀


(advertentie)

Waarom zou je verhalen vertellen in de klas?

verhalen vertellen op school
Waarom eigenlijk verhalen vertellen?

Je kunt met een schroevendraaier een spijker in een plank slaan, maar het werkt een stuk beter met een hamer. Op dezelfde manier kun je allerlei tools inzetten bij het leren, maar werkt ons brein het beste met verhalende structuren.

Deze eeuw is de kracht van het (vertelde) verhaal op grote schaal herontdekt.

  • Marketeers bereiken hun doelgroep met reclamespots op basis van korte verhaaltjes.
  • Politici maken hun boodschap concreet door verhalen te vertellen over gewone mensen.
  • Managers en communicatiespecialisten van succesvolle bedrijven houden zich bezig met vragen zoals: “Hoe vertellen we het verhaal van onze organisatie?”.

Ook in het onderwijs zie je in lesmethodes en lesmateriaal dat er ‘verhalender’ gewerkt wordt.

Mensen hebben niet een natuurlijke aanleg voor logica; ze hebben een natuurlijke aanleg voor verhalen.

Roger C. Schank, cognitief wetenschapper

Wat gebeurt er eigenlijk bij het vertellen van een verhaal?

Spiegelende hersenen

Een vrouw die een verhaal vertelt. Elf luisteraars.

Onderzoekers Stephens en Hasson maakten er hersenscans van. En wat bleek?

Dezelfde gebieden in de hersenen bij verteller en luisteraars vertoonden op dezelfde tijd activiteit, een teken van een diepe connectie tussen verteller en luisteraar. [Bron]

Bij het luisteren naar verhalen spiegelen de hersenen van de luisteraars de hersenen van de verteller.

💡 Het kan soms lijken of een groep luisterende kinderen die naar een verhaal luistert helemaal niet actief is. Maar wetenschappelijk onderzoek geeft aan dat er in hun hoofden ontzettend veel gebeurt: Vuurwerk!

Meeleven met de dramatische ontwikkeling

Een verteld verhaal heeft vrijwel altijd een ‘dramatische ontwikkeling’. Daarmee bedoel ik niet dat het slecht afloopt!

De dramatische ontwikkeling van een verhaal gaat over de spanningsopbouw. Je weet wel, wat je op het puntje van je stoel houdt. Of de schurk verslagen wordt! Of de man en de vrouw elkaar vinden!

Paul Zak, leider van het Center for Neuroeconomic Studies beschrijft hoe de dramatische ontwikkeling in een verhaal de betrokkenheid, empathie en neurochemie bij de luisteraars beïnvloedt.

Zelfs het eenvoudigste verhaal kan een krachtige empathische respons opwekken, mits de luisteraar erbij betrokken is en het de dramatische ontwikkeling volgt zoals o.a. beschreven door de Duitse toneelschrijver Gustav Freytag (maar ook al door bijv. Aristoteles).

Paul Zak / Maria Popova [Bron]

Die emoties, die betrokkenheid bij het verhaal, zorgen dat het verhaal blijft hangen. En dat is wat je wilt, dat je verhaal overkomt en beklijft.

Wat levert het inzetten van vertelde verhalen als didactisch middel op?

Wetenschapper Kendall Haven

Na het inventariseren van honderden wetenschappelijke onderzoeken, concludeert wetenschapper Kendall Haven:

Onderzoek wijst uit dat als je wilt dat leerlingen (of mensen in het algemeen) nieuwe stof begrijpen (concepten, waarden, feitelijke informatie), je die informatie in de context van een verhaal moet plaatsen voor een beter begrip. Met verhalen geef je effectief les, omdat mensen die beter begrijpen, en de informatie dus beter blijft hangen.

Kendall Haven

Hij concludeert dit op basis van onderzoeken waaruit het volgende blijkt:

  • Verhalen roepen voorkennis op.
    Hierdoor kan de nieuwe stof aanhaken bij eerdere kennis/ervaringen van de leerling.
  • Verhalen leveren details
    De zintuiglijke informatie in verhalen (wat zie je, hoor je etc.) zorgt dat de leerlingen beter in staat zijn om mentale beelden te maken, waardoor de informatie beter opgeslagen wordt.
  • Verhalen bevorderen begrip
    De structuur van verhalen is / wordt voor leerlingen een bekende structuur, waardoor de informatie gemakkelijker verwerkt kan worden.

[Bron: Story Proof, Kendall Haven, p. 92 e.v.]

Cognitieve wetenschapper Mark Turner

Beschrijvende verbeelding – verhaal – is het fundamentele instrument van denken. Rationele capaciteiten zijn ervan afhankelijk. Het is ons belangrijkste middel om in de toekomst te kijken, om te voorspellen, om te plannen en om te verklaren. (…)

Onze ervaringen, onze kennis en ons denken zijn voor het merendeel georganiseerd als verhalen.

cognitieve wetenschapper Mark Turner, in zijn boek ‘The Literary Mind’

Omdat onze ervaringen en kennis voor het merendeel georganiseerd zijn als verhalen, is het verhaal óók de manier die het beste bij mensen aansluit als het gaat om het overdragen van ervaringen en kennis.

Professor John Geake

De universele respons van mensen op verhalen suggereert dat we al vanaf een jonge leeftijd beschikken over de neurale systemen om taal te gebruiken in de vorm van verhalen. (…)

Het potentiële voordeel van het vertellen van verhalen is zo groot dat de Canadese onderwijskundige Kieran Egan de volgende aanbeveling doet: Verhalen zouden de basis moeten vormen van de pedagogiek in de klas, in het bijzonder wanneer er nieuwe onderwerpen geïntroduceerd worden bij een vak zoals rekenen of geschiedenis.

prof. John G. Geake, in zijn boek ‘The Brain at School’

Eigen ervaring

Wetenschap is ontzettend waardevol, maar ik heb geen wetenschappelijk onderzoek nodig om te merken dat leerlingen mijn verhalen onthouden. Als meester en als verhalenverteller heb ik ervaren dat verhalen vertellen in het onderwijs werkt.

Oh, die goeie ouwe tijd, waarin leerkrachten nog verhalen konden vertellen. 😢

Nee, nee.

We moeten niet terug. We mogen vooruit.

En juist het vertellen van verhalen zou, gezien onze inzichten in de werking van het brein, één van de belangrijkste didactische middelen binnen het onderwijs moeten zijn.


Waarom vertel je een verhaal?

“Maar waarom vertel je dáár dan in je les een verhaal?” vroeg mijn directeur. Ik moest even nadenken. Welk doel probeerde ik hier precies te bereiken? Het was geen gekke vraag. Als ‘onderwijsprofessional’ moet je weten wat je doet en waarom je het doet.

Wat is je doel met het vertellen van dit verhaal?

Verhalen vertellen in de klas kun je doelgericht inzetten op zes manieren: voor groepsvorming, voor sociaal-emotionele ontwikkeling, voor creatieve ontwikkeling, voor taalontwikkeling, als didactisch middel en tot slot met het verhaal zelf als doel.

Als je verhalen vertelt, werk je altijd aan meerdere doelen tegelijk. Je stimuleert bijvoorbeeld vrijwel altijd de sociaal-emotionele ontwikkeling (empathie), de creatieve ontwikkeling (verbeeldingskracht) en taalontwikkeling (luistervaardigheid).

Toch is het belangrijk om één of twee specifieke doelen te kiezen waar je met een verhaal aan werkt. Dan kun je later ook kijken of je dit doel ook bereikt hebt.

Hieronder beschrijf ik in zes hoofdstukken deze deelgebieden waarop je doelgericht verhalen vertellen in kunt zetten.


1. Verhalen vertellen: Groepsvorming

Het is donderdag en met de hele bovenbouw zijn we aan het sporten op de atletiekbaan. In de lunch schuiven wat kinderen bezweet en verhit bij mij aan tafel.

Een jongen uit mijn klas gaat naast mij zitten. Hij opent zijn felgroene broodtrommeltje en kijkt wat er voor lekkers in zit. Midden in een hap van zijn broodje kijkt hij me opeens aan, alsof hem net iets heel belangrijks te binnen is geschoten.

Nieuwsgierig wacht ik tot hij zijn mond heeft leeggegeten. Dan komt het:

“Meester, welk verhaal gaat u morgen vertellen?”

Een jaar lang elke vrijdag een verhaal vertellen

In schooljaar 2011/2012 besloot ik om elke week minstens één nieuw verhaal te vertellen. En om dat verhaal dan ook voor te bereiden in mijn werktijd (ik werkte toen parttime als leerkracht groep 5).

Tijdens het jaar kwamen heel veel verschillende verhalen langs: o.a. sprookjes van Grimm, bijbelverhalen, griezelverhalen, grappige verhalen over de Turkse Nasreddin Hodja, zelfverzonnen sinterklaasverhalen en sfeervolle kerstverhalen. (In dit hoofdstuk geef ik je tips waar ik deze verhalen vandaan haalde)

In een verhaal ga je samen op avontuur

Op avontuur met je klas in een verhaal

Als je dat jaar bij mij in de klas had gezeten, dan zou je thuis misschien wel dit vertellen:

Hij had zijn bureau en zijn grote stoel aan de kant geschoven en stond te kijken terwijl wij in de kring gingen zitten. Het werd langzaam stil. Één voor één keek hij ons aan. Ik lachte. Ik wist wat er ging komen. Hij begon altijd hetzelfde. En wij mochten dan meedoen.

“Ik heb een verhaal!”, zei hij met een diepe stem. En wij zeiden: “Vertel! Vertel!”. Even was het dan stil. “Er was eens…” En wij: “Lang, lang geleden…”. En dan, dan was het avontuur begonnen.

Natuurlijk wist ik ongeveer wat ik wilde vertellen, maar niet alleen ik bepaalde wat er gebeurde. Kinderen deden mee, we ervoeren het samen en we hadden er allemaal invloed op.

Verhalen vertellen is samen lachen, samen griezelen en samen geraakt worden. En wat genoten we daar allemaal van! 😃

💡 Verhalen vertellen is samen met je klas op avontuur gaan.

Werken aan de sfeer in je klas door verhalen te vertellen

Een goede sfeer in je klas is niet vanzelfsprekend, maar wel essentieel voor de meeste kinderen om te kunnen leren. Het vertellen van verhalen kan erg goed zijn voor groepsvorming en het creëren van een fijn klassenklimaat.

Ik zie daar twee hoofdredenen voor:

  1. Als je een verhaal vertelt ga je samen met de kinderen op avontuur. Een avontuur waarin jij de leiding hebt, maar waarin de kinderen ook hun invloed hebben en meedoen. Je oefent eigenlijk precies het gedrag wat je ook wilt door de dag heen.
  2. Bovendien is het een avontuur waarin je samen emoties deelt. Het brengt je als groep dichter bij elkaar. Door samen mooie momenten te hebben waarin je op avontuur gaat, zijn kinderen meer gemotiveerd om zich voor alle vakgebieden in te zetten en te leren.

2. Verhalen vertellen: Sociaal emotionele ontwikkeling

Ik vertelde in de klas een verhaal over een meisje die allerlei dingen meemaakt voordat ze in de klas aankomt. Ze is iets kwijt en slaat zichzelf tegen haar hoofd, haar moeder is boos op haar, op weg naar school rijdt iemand haar bijna aan en scheld haar uit, etc.

Tijdens het vertellen van dit verhaal heb ik een papieren rood hart, wat ik bij alles wat pijn doet scheur of kreukel. Het verhaal helpt de leerlingen om zichzelf beter te begrijpen en we kunnen ook samen in gesprek over wat je kunt doen als je je zo verkreukeld voelt van binnen.

Even in andere schoenen staan

Bij het vertellen van een verhaal stappen je luisteraars even in de schoenen van de personages. Ze kunnen door zo’n verhaal in een veilige setting dingen meemaken en daarop reflecteren. Hoe zouden ze zelf gehandeld hebben? Is dat eigenlijk maar dom of stom wat die hoofdpersoon doet?

💡 Bespreek verhalen niet altijd gelijk na. Het zijn dan vaak dezelfde kinderen die aan het woord komen, maar er zijn ook veel kinderen bij wie het verhaal eerst moet bezinken. Een dag later kan dat verrassende inzichten opleveren.

Verschillende methodes die zich richten op sociaal-emotionele ontwikkeling maken veel gebruik van verhalen. Een voorbeeld daarvan is de Kanjertraining (van de bekende petjes) en hun verhalen rondom Max en de zwerver Peanut.

In het algemeen werk je aan…

Bij vertellen stappen leerlingen in de schoenen van de personages. Die personages zijn vaak anders dan zijzelf en maken andere dingen mee.

Dat leidt tot:

  • op een veilige manier kennismaken met andere situaties en culturen
  • stimuleren van respect en begrip voor anderen
  • bevorderen van inlevingsvermogen / empathie
  • bevorderen van reflectie en meningsvorming

Specifiek werk je aan….

Je kunt met een verhaal ook heel specifiek werken aan sociaal emotionele ontwikkeling. Het is belangrijk dat je dan de inhoud en thematiek goed kiest bij het doel dat je wilt bereiken.

Aan het begin van dit hoofdstuk gaf ik een voorbeeld. Ik zette dat verhaal (wat natuurlijk iets uitgebreider is) in toen ik merkte dat een heel aantal leerlingen in de klas ’s morgens al op school kwam met de nodige kreukels en scheuren vanuit de thuissituatie.

Verhalenverteller Hans van Woerkom besteedt in zijn boek ‘Een Schatkist vol Vertelgeheimen’ uitgebreid aandacht aan verhalen die passen bij specifieke karaktereigenschappen / waarden.

Hij gaat ook in op verhalen rondom pesten.


3. Verhalen vertellen: Creatieve ontwikkeling

In het onderwijs bereiden we leerlingen voor op een toekomst waarvan we nu nog niet weten hoe die eruitziet. Om in te spelen op nieuwe uitdagingen, zijn creativiteit en verbeeldingskracht broodnodig.

Een krachtige manier om die creativiteit en verbeelding van kinderen te stimuleren is door ze fantasierijke verhalen te vertellen.

Of, zoals de veel geciteerde Albert Einstein ooit met een knipoog zei:

Als je intelligente kinderen wil, lees ze dan sprookjes voor. Als je wilt dat ze nog intelligenter worden, lees ze dan nog méér sprookjes voor.

Albert Einstein

Verhalen Vertellen voor Verbeeldingskracht

Kinderen krijgen ontzettend veel beelden binnen. Audiovisuele informatie wordt via tv, films en computerspellen als kant-en-klare-pakketjes aangereikt.

Ze hoeven daarbij hun verbeelding nauwelijks te gebruiken, want alles is al voor ze ‘verbeeld’.

Verbeeldingskracht!

Het gevaar daarvan is dat verbeeldingskracht eigenlijk net zo werkt als een spier. Hoe meer je die gebruikt, hoe sterker hij wordt. Gebruik je hem niet, dan verlies je hem.

Je hebt verbeeldingskracht nodig om je in te leven in een situatie. Je hebt verbeeldingskracht nodig om je voor te stellen wat in een tekst beschreven staat. En je hebt verbeeldingskracht nodig om ‘anders tegen dingen aan te kijken.’

Bij een goed verteld verhaal wordt juist wél een beroep gedaan op het verbeeldingsvermogen van kinderen. Kinderen maken de ‘beelden’ in hun hoofd terwijl er verteld wordt.

Rijke beelden, niet alleen vol plaatjes, maar ook vol geluiden, smaken, geuren en gevoelens. Beelden die voor elk kind uniek zijn, omdat ze gekoppeld worden aan de beelden die het kind al heeft.

Hoe meer je door het vertellen van verhalen de innerlijke verbeelding van kinderen aanspreekt, hoe vaker ze dit verbeelden doen. En hoe groter hun verbeeldingskracht en fantasie wordt.

💡 Deze ‘verbeeldingskracht’ krijgt ook binnen het onderwijs in begrijpend lezen steeds meer aandacht. Als je voor je kunt zien wat je leest, als je het innerlijk kunt verbeelden, helpt dat je om wat je leest ook te begrijpen.

Verhalen Vertellen voor Creativiteit

In het onderwijs brengen we kinderen de basisvaardigheden van lezen, schrijven en rekenen bij. Heel belangrijk! Het zijn stuk voor stuk vaardigheden die je kunt toetsen en waarbij er vaak op elke vraag precies één goed antwoord mogelijk is. Denk aan rekensommen, spellingdictees en zo snel mogelijk woordjes lezen.

💡 In het echte leven bestaan er weinig problemen en uitdagingen met één juist antwoord!

Het leven is vol problemen met meerdere oplossingen

Wetenschappers en ondernemers, designers en politieagenten, leerkrachten en psychologen; allemaal zijn ze bezig met nieuwe uitdagingen en problemen. En daarvoor zijn creativiteit en verbeeldingskracht essentiële vaardigheden.

Wonderlijke verhalen (sprookjes, mythes, sagen) zijn bij uitstek verhalen waarin de personages originele keuzes maken. Waar oplossingen gevonden worden die ‘eigenlijk niet kunnen’. Ze zitten vol rolvoorbeelden voor een kind om ‘out-of-the-box’ te denken en geven ruimte om met nieuwe, inventieve, eigen oplossingen te komen.

Door te luisteren naar die verhalen, ze te beleven, ontdekken kinderen dit ook.

Verhalen vertellen en de ‘creatieve vakken’

Wel eens meegemaakt dat je kinderen een teken-, schilder- of knutselopdracht gaf en een aantal kinderen ‘niks kunnen bedenken’?

Misschien moet je hun verbeelding nog wat meer prikkelen en wakker maken. Dat kan eenvoudig door een verhaal te vertellen waar ze tijdens het luisteren hun eigen beelden bij maken in hun hoofd. En dan door vanuit dat verhaal de stap te maken naar de beeldende activiteit.

Zo vertel ik al jarenlang een verhaal over hoe de mensen in de straat van Sem hun eigen fantasiehuizen bouwen. Als ik dat verhaal verteld heb, zitten kinderen vol ideeën over hun eigen fantasiehuis, en kan ik ze daar dus met een beeldende opdracht mee aan de slag laten gaan.

Meer doen met fantasie en verbeeldingskracht in de klas?

Deze twee boeken kan ik je aanraden om je verbeeldingskracht te prikkelen en op ideeën te brengen:

  • Grammatica van de Fantasie – Gianni Rodari
  • Verdwalen in Verhalen – Anne Graswinckel

We begonnen dit hoofdstuk met een citaat van Albert Einstein, verantwoordelijk voor zoveel baanbrekende en vernieuwende inzichten en uitvindingen. Hij krijgt ook het slotwoord:

Als ik naar mezelf kijk en de manieren waarop ik nadenk, kom ik tot de conclusie dat de gave van fantasie meer voor mij betekend heeft dan welk talent voor abstract denken dan ook.

Albert Einstein

4. Verhalen vertellen: Taalontwikkeling

Een verhaal vertellen is per definitie bezig zijn met mondelinge taal.

Er zijn een aantal belangrijke deelgebieden van de taalontwikkeling waarbij het vertellen van verhalen een grote rol kan spelen:


4a Spreken en luisteren & Verhalen vertellen

Peuters luisteren en luisteren en luisteren… en beginnen dan langzaamaan te praten. Luisteren is een voorwaarde voor Spreken.

Daarnaast heeft luistervaardigheid alles te maken met ontwikkeling van begrip, woordenschat, empathie en, op latere leeftijd, een kritische luisterhouding.

Hieronder wil ik je drie suggesties geven waar je mee aan de slag kunt in de klas. Op een speelse manier, door het vertellen van verhalen, met duidelijke spreek- en luisterdoelen. We beginnen daarbij in de kring en eindigen lang nadat de school afgelopen is.

Spreek- en luistervaardigheden oefenen in de kring

Je begint ’s maandags in de kring. Veel leerlingen willen iets vertellen over wat ze het weekend meegemaakt hebben. Ze willen spreken! Natuurlijk ga je mee in dat enthousiasme én koppel je er een duidelijk doel aan!

Een mooie en bekende coöperatieve werkvorm om daarbij te gebruiken is de Binnen-Buiten-Kring (link naar uitleg).

Stap 1: Opwarmen

Geef de leerlingen wat bedenktijd om één ding te kiezen wat ze in het weekend meegemaakt hebben. Dat mag ook iets eenvoudigs zijn. Je laat ze (op tijd) die verhalen in tweetallen aan elkaar vertellen. Ze hebben nu hun eigen verhaal één keer voor zichzelf verwoord.

Stap 2: Doelgericht vertellen

Daarna laat je de kinderen in de binnenkring opschuiven zodat iedereen een nieuwe partner krijgt. Nu laat je ze hetzelfde vertellen, maar breng je er een specifiek spreek- / luisterdoel in. Geef ze daarbij wel even de tijd om over je opdracht na te denken. Je kunt ze bijvoorbeeld opdrachten geven over:

  • luisterhouding (geïnteresseeerd / ongeïnteresseerd)
  • lichaamshouding (staan / zitten)
  • gebaren bij je verhaal
  • gebruik van pauzes
  • emoties: hetzelfde vertellen, maar nu heel boos / blij / verdrietig / …

Oudere leerlingen kun je ook de opdracht geven om het verhaal dat ze gehoord hebben te vertellen alsof ze het zelf meegemaakt hebben. Ze moeten zich daarbij dus inleven in het verhaal en het vanuit hun eigen perspectief vertellen.

Stap 3: Nabespreken

Natuurlijk is het belangrijk om na deze oefening ook de leerlingen te laten verwoorden wat ze ervoeren in deze oefening, en wat ze erdoor ontdekt hebben. Bovendien kun je goede voorbeelden die je gezien hebt eruit lichten.

Luisteren en schematiseren van een verhaal

Een mondeling uitleg of presentatie begrijpen is een belangrijke studievaardigheid. In de kerndoelen mondelinge taalvaardigheid staat verwoord dat leerlingen leren om informatie uit gesproken taal, mondeling of schriftelijk gestructureerd weer te geven.

Je kunt de leerlingen hierin trainen door een verhaal te vertellen en ze de opdracht te geven om dat in een schema op papier te zetten. En dan zo, dat ze het met behulp van die aantekeningen een week later nog na kunnen vertellen.

Een verhaal wat ik hiervoor onlangs gebruikte, was het verhaal van de ‘De Rookworst‘ (link naar Verhalenbank). Dit verhaal heeft een duidelijke structuur en is goed in een schema (met steekwoorden of eenvoudige tekeningen) vast te leggen.

Leerlingen kiezen daarbij voor verschillende manieren, op zoek naar de manier die bij het verhaal en bij hen past. Het gesprek na afloop daarover is minstens zo belangrijk als de oefening zelf.

Debatteren naar aanleiding van een verhaal

In de kerndoelen wordt ook heel duidelijk ‘het gesprek’ benoemd. Dilemmaverhalen en het materiaal van Dilemma op Dinsdag leent zich heel goed om met elkaar in gesprek en in debat te gaan.

Ik schreef een uitgebreid artikel daarover, met tips voor materialen die je daar bij kunt gebruiken.

Een verhaal geeft de leerlingen de mogelijkheid om zich echt in te leven in de situatie, veel meer dan bij een stelling.

Wat je met heel veel verhalen kunt doen, is stoppen op een belangrijk moment. En dan met de leerlingen in gesprek gaan. Wat zou de hoofdpersoon nu moeten doen? Hoe denk je dat het afloopt?

💡 Vertel pas aan het eind van de dag of de volgende dag verder. Op die manier zal het gesprek nog doorgaan en zullen de leerlingen er zelf ook nog over blijven denken.

Extra: Daag ze uit om thuis te vertellen!

“Jongens en meisjes, ik heb een onmogelijke opdracht voor jullie. Dit kunnen jullie nooit! Nou ja… heel misschien wel. En ik vertel jullie pas een nieuw verhaal als het jullie gelukt is!

Op de deur hang ik een lijst. Elke keer als je dit verhaal doorverteld hebt aan iemand die het nog niet kent, schrijf dan je naam op de lijst en aan wie je het verteld hebt.

Pas als er 20 namen op de lijst staan, vertel ik weer een nieuw verhaal. Maar dat lukt jullie natuurlijk nooit, om dat vol te krijgen!!!!
” 😉


4b Woordenschat & Verhalen vertellen

Als je woorden niet kent begrijp je niet goed wat je hoort en wat je leest. En als je maar weinig woorden actief kunt gebruiken, is spreken en schrijven ook lastig. De woordenschat van een leerling speelt dan ook een rol bij heel veel vakgebieden.

Hoe kun je nu werken aan woordenschat met het vertellen van verhalen?

Vertellen geeft Context

Onze hersenen werken zo dat ze nieuwe kennis opslaan door het aan te haken bij wat we al weten. Daarom is het bijvoorbeeld ook belangrijk om niet een hele verzameling losse woorden aan te bieden, maar rond een thema te werken.

Een goed verteld verhaal sluit hier op een aantal manieren heel goed bij aan:

  1. De verhaalstructuur is bekend voor onze hersenen, dus de context wordt gemakkelijk opgenomen.
  2. Het verhaal zelf geeft een context bij het woord en uit het verhaal blijkt vaak ook al de betekenis van het woord.
  3. Leerlingen merken in een verhaal niet alleen wat het woord betekent, maar ook hoe het gebruikt wordt en welke woorden er nog meer bij passen.

Thematisch woorden aanbieden in een verhaal helpt je ook als leerkracht. Je kunt er namelijk later gemakkelijk naar terug verwijzen, omdat de leerlingen het verhaal onthouden.

Vertellen draait om Contact

Bij het vertellen van een verhaal ben je in contact met de leerlingen. Je kunt merken aan hun reacties (ogen!) of ze begrijpen wat je vertelt. Op die manier merk je welke woorden onbekend zijn en welke iedereen wel kent.

In het verhaal kun je de woorden die je specifiek wil behandelen, natuurlijk uitleggen of meer omschrijven. Doe dit het liefst consequent op dezelfde manier.

Vertellen helpt met Herhaling

Er wordt gesteld dat je woorden tenminste zeven keer moet aanbieden om ze leerlingen blijvend te laten onthouden. Je kunt op verschillende manieren woorden vaker aanbieden in een verhaal.

  1. In het verhaal de woorden vaker terug laten komen.
  2. Het verhaal vaker vertellen (vooral geschikt voor de onderbouw).
  3. Leerlingen het verhaal aan elkaar laten vertellen of op laten schrijven.
    Opmerking: bij het schrijven kun je expliciet de woorden benoemen die ze daarin moeten gebruiken.

Waar vind ik een verhaal dat ik kan gebruiken?

Het is soms lastig om een verhaal te vinden wat je kunt gebruiken bij de woorden die je de leerlingen wilt leren. Een paar tips:

  • Werk vanuit een thema, zodat je bij het thema een verhaal kunt zoeken. En kijk dan pas hoe je de woorden een plek kunt geven in het verhaal.
  • Kun je geen verhaal vinden? Maak een verhaal. Als je een hoofdpersoon hebt met een plan of een probleem, kun je vrij eenvoudig een kort verhaal maken.
    Zie ook dit artikel dat ik schreef over verhalen verzinnen.
  • Heb je wel een informatietekst waar de woorden in voorkomen? Misschien kun je die informatietekst eenvoudig hervertellen. Voorbeeld: je kunt een informatietekst lezen over aardbevingen, of je kunt beschrijven hoe je oom zelf een aardbeving meemaakte. Het tweede heeft meer impact.

Je hebt beelden nodig om te verbeelden

Bij het vertellen doe je een beroep op de beelden die de leerlingen al hebben. Als je je expliciet richt op woordenschat, is het handig om van de woorden die je ze wil leren ook plaatjes te hebben.

💡 Want hoe moet je je tenslotte voorstellen hoe een kasteel eruitziet, als je geen plaatje in je hoofd hebt van een kasteel?


4c Leesbevordering & Verhalen vertellen

We willen graag dat leerlingen boeken lezen omdat ze ontdekt hebben hoe leuk het is. Dat ze de wereld van een boek in gesleept worden door de personages. Dat het verhaal ze raakt, doet lachen of doet griezelen. Of, bij een informatieboek, dat ze gefascineerd zijn door het onderwerp!

De praktijk is vaak anders.

Lezen is Ploeteren

Spreken en luisteren leren de meeste leerlingen door op te groeien en door interactie met anderen. In tegenstelling tot spreken en luisteren is lezen een techniek die je aan moet leren.

De meeste kinderen leren lezen in groep 3. Voor een heel aantal van hen is leren lezen iets wat ze echt graag willen kunnen! Maar kinderen die eenmaal kunnen lezen, zijn vaak niet zo gemotiveerd om beter te leren lezen. Lezen wordt voor hen dan vooral een middel, niet een doel op zichzelf.

💡 Het is begrijpelijk dat we in het onderwijs een bepaald niveau van lezen als doel hebben voor alle leerlingen. Maar ’t is niet een doel wat leerlingen zo inspireert.

Lezen vanuit intrinsieke motivatie

Uit alle onderzoeken over leesvaardigheid komt het steeds weer naar voren: het plezier in lezen is weg.

Wat je zou willen is dat leerlingen intrinsiek gemotiveerd zijn (van binnen uit). Zodat ze een boek pakken omdat ze het zelf willen, niet omdat er nu eenmaal gelezen moet worden.

De sleutel ligt in nieuwsgierig maken en daar kan verhalen vertellen je bij helpen. Hieronder vind je drie suggesties die je eenvoudig in kunt zetten in de klas.

Prikkel de nieuwsgierigheid door een scène uit een boek te vertellen

Vertel (bijvoorbeeld elke vrijdagmorgen) iets over de hoofdpersoon van een boek en over wat die meemaakt. Maak ze nieuwsgierig, dik het vooral een beetje aan en stop dan. Vertel nooit de afloop.

Het is helemaal niet erg als je het een beetje anders vertelt dan dat het in het boek staat. Kies een boek dat je in de klas hebt.

Omdat ze nu nieuwsgierig zijn en hun fantasie wakker is, zal een heel aantal leerlingen het boek zelf willen lezen. En geef dan het boek juist aan die leerling die zijn hand op steekt, maar normaal niet zo gemotiveerd is om te lezen. Of laat een paar kinderen samen het boek lezen.

Cliffhangers in je boekenkring (middenbouw, bovenbouw)

Op veel scholen is ‘ie er: ‘de boekenkring’. Een leerling (meestal groep 5/6) vertelt in de kring over een boek dat hij/zij gelezen heeft. Hoofdpersonages, een samenvatting, informatie over de schrijver, een stukje voorlezen; het komt allemaal langs. Niks mis mee als spreek- en luisteropdracht.

Maar als je dat bekijkt vanuit leesbevordering is het een ontzettend gemiste kans. Als volwassene vind je het toch ook niet leuk als iemand je het hele verloop van een boek of een film al vertelt? Ik in ieder geval niet!

Dat kan zo beter:

Bespreek met de leerlingen wat een cliffhanger is. Dat kennen ze vast van tv-series, vlak voor het reclameblok. Dat moment waarop het het spannendst is en je wilt weten hoe het afloopt. En laat ze dan in de boekenkring niet een heel boek samenvatten, maar een stukje vertellen tot de cliffhanger. Zo maak je de hele klas nieuwsgierig!

Dit kun je ook multimediaal aanpakken. Laat leerlingen zelf filmpjes bij een boek opnemen, waarin ze het boek laten zien en een stukje vertellen met een cliffhanger. Die kun je dan ook in andere klassen laten zien of leerlingen kunnen ze zelf op de tablet bekijken voordat ze een boek gaan halen bij de schoolbibliotheek.

💡 Samenvatting? BORING. Cliffhangers? WE WANT MORE!

Geef je leerlingen liefde voor verhalen mee door te vertellen

Een goed verhaal vertellen neemt leerlingen mee op avontuur. Iedereen kan mee, iedereen die kan luisteren. Verfrissend voor leerlingen die niet zo goed kunnen lezen! En vaak hebben juist de leerlingen die niet zo goed kunnen lezen veel fantasie en een rijk verbeeldingsvermogen!

En als ze die verhalen maar mooi genoeg vinden, dan kunnen ze ook in een boek zo’n avontuur in hun eentje beleven. Want dat is toch ook magisch?  Je doet een boek open en je stapt in een andere wereld!

💡 Jouw fascinatie voor taal, voor verhalen, je liefde voor lezen, draag je op de leerlingen over. Welke kinderboeken ben jij nog echt enthousiast over? Want jij bent hun model, ook op de momenten waarop je je er niet zo bewust van bent.


4d Schrijven / Stellen & Verhalen vertellen

Een paar leerlingen schrijven alsof hun leven er van af hangt. Rode wangen, potloden die in het schrift krassen. Er komt nog net geen stoom uit hun oren.

Maar anderen staren voor zich uit en kijken gefrustreerd. Eentje staat op om uitgebreid zijn punt te gaan slijpen. Een volgende zit met zijn gum te spelen.

Aan het eind van de les hebben sommigen meer dan twee kantjes volgeschreven. Bij anderen is het verplichte blaadje vol gekomen met veel bloed, zweet en groot schrijven.

Herkenbaar?

Een verhaal schrijven is niet zo eenvoudig. Een heel aantal leerlingen komt niet op gang. En bij veel leerlingen mist het eindproduct structuur en opbouw. Ook in de hogere groepen van de basisschool kom je bij stelopdrachten nog veel ‘En toen… en toen… en toen…’-constructies tegen.

Kan dat op een praktische, eenvoudige manier beter?

Mondelinge taal is voorwaarde voor Schriftelijke taal

In het taalonderwijs zijn de lessen ‘Spreken en Luisteren’ en de lessen ‘Schrijven’ vaak losgekoppeld van elkaar. Dat mag dan praktisch zijn, in de praktijk hebben die vaardigheden heel veel met elkaar te maken.

Taalontwikkeling begint thuis en op de basisschool bij het luisteren, om via het spreken en lezen uiteindelijk uit te komen bij het schrijven. Maar ook daarna geldt nog dat het erg moeilijk is om te schrijven over wat je niet mondeling onder woorden kunt brengen.

Dit is wat we willen dat de leerlingen leren bij schriftelijk taalonderwijs:

De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

Kerndoel 5, onderdeel van ‘Schriftelijk onderwijs’ (link naar SLO)

Bij al deze tekstsoorten is het mogelijk om een mondelinge opdracht te bedenken waarin ze door te spreken oefenen voor het schrijven.

Een bekende en veel toegepaste aanpak om kinderen die vastlopen bij het schrijven van hun tekst te helpen, is hen te vragen om te vertellen wat ze zouden willen opschrijven. Hier zou veel meer gebruik van gemaakt kunnen worden binnen het taalonderwijs. Als kinderen eerst kunnen verwoorden wat ze willen opschrijven, helpt dat hen vaak bij het schrijven van de tekst.

T. Brouwer (link naar Onderwijsdatabank)

Tip 1: Een succesvolle oriëntatie

Als je begint met het schrijven van een tekst, moet je wel een idee hebben waarover je gaat schrijven en voor welke doelgroep. Welke voorkennis heb je al over het onderwerp? Ben je enthousiast en beginnen de ideeën in je naar boven te komen?

Deze ‘oriëntatie-fase’, voor het schrijven zelf, is heel belangrijk. Leerlingen bij wie deze fase niet lukt, gaan voor zich uit zitten staren. Hoe moeten ze nu beginnen?

Of het nu over een gebeurtenis in de vakantie gaat, of een zelfverzonnen fantasieverhaal betreft, deze leerlingen hebben er vaak baat bij om even op gang geholpen te worden.

Dat kan je bijvoorbeeld doen op deze drie manieren:

  1. Vertel zelf het eerste stuk van het verhaal zo beeldend mogelijk. Ze zullen zelf de plaatjes in hun hoofd maken en kunnen daarmee het verhaal verder afmaken.
  2. Laat de leerlingen voor het schrijven eerst in tweetallen aan elkaar vertellen wat ze meegemaakt hebben / bedacht hebben.
  3. Biedt leerlingen een structuur aan of stel ze zelfs gerichte vragen: Wat is je lievelingsdier? Waar zou dat dier kunnen wonen? Wat is zijn lievelingseten? Welk dier vindt ‘ie niet aardig? etc.

💡 Eerst VERTELLEN, dan pas STELLEN

Tip 2 Een bekende structuur

Spanningsboog in eenvoudige verhalen

Teveel taalmethodes kiezen voor de opbouw van alle teksten voor de indeling ‘begin, midden, slot’. Maar… zo zitten verhalen niet in elkaar.

Een structuur die beter bij ons denken past is die van personages die plannen hebben of problemen tegenkomen.

Bij het vertellen van verhalen krijgen leerlingen door het luisteren de structuur van verhalen mee. Ze leren onbewust ‘hoe verhalen werken’. Hoe meer je de leerlingen voedt met goede verhalen, hoe gemakkelijker ze ook zelf betere verhalen zullen schrijven.

Gebruik deze verhalen dan ook om met de leerlingen de structuur en essentiële elementen van verhalen zichtbaar te maken. Deze tekening van de spanningsboog (zie boven) is meestal genoeg om op een eenvoudige manier de structuur inzichtelijk te maken.

Inzicht in de structuur van verhalen: betere teksten

In zijn boek ‘Story Proof’ beschrijft Kendall Haven een experiment dat hij uitvoerde bij oudere basisschoolleerlingen.

Op dezelfde school gaf hij in een aantal klassen een workshop over de structuur van verhalen (personages, plannen, problemen, ontwikkeling, afloop etc.). Andere klassen kregen die workshop niet.

De leerlingen die de workshop gehad hadden bleken daarna meetbaar beter te scoren op een gestandaardiseerde toets waarbij ze een tekst moesten schrijven.

Conclusie: ‘Leren hoe verhalen in elkaar zitten verbeterde de vaardigheden van de leerlingen zowel bij het schrijven van verhalen als het schrijven van informatieve teksten’.


5. Vertellen met het verhaal als didactisch middel

Eerder in dit artikel heb ik laten zien waarom verhalen zo goed passen bij onze hersenen. Wil je informatie, kennis en wijsheid overdragen, is een verhaal vaak een goed gereedschap.

Je kunt een verhaal vaak goed inzetten als didactisch middel met deze vier doelen:

  1. het introduceren van een nieuw thema
  2. het activeren van de voorkennis van leerlingen
  3. het vergroten van de betrokkenheid van leerlingen bij een onderwerp
  4. het overdragen van nieuwe informatie die aansluit bij al aanwezige bestaande kennis

Wanneer is een verhaal geen goede keus?

Een schroef vast draaien met een hamer is geen slim idee. Een mooi verhaal is niet het beste gereedschap voor elk doel.

Vaardigheden die leerlingen exact moeten kunnen uitvoeren, zijn vaak niet gebaat bij een heel verhaal. Denk aan grote getallen optellen of spellingregels. Verhalen kunnen leerlingen ook afleiden!


6. Vertellen met het verhaal zelf als doel

Meester Wisse.

Zo heette mijn meester in groep 7 en 8 die elke morgen een bijbelverhaal vertelde. Kan je je ook zo’n meester of juf herinneren die schitterend kon vertellen?

Vaak vertelde die juf of meester van vroeger ofwel geschiedenisverhalen, ofwel bijbelverhalen. Soms een zelf bedacht verhaal. Een enkele keer verhalen uit allerlei culturen (als je op de Vrije School zat).

Die verhalen vertelden ze omdat ze wilden dat de leerlingen dat verhaal kenden.

Levensbeschouwelijke verhalen vertellen

Ik schreef een specifiek artikel over bijbelverhalen vertellen.

Om het hier breder te trekken is het handiger om het te hebben over levensbeschouwelijke verhalen. Een boek wat daar uitgebreid op ingaat (en ook een hoop verhalen bevat is ‘Verhalen vertellen en vragen stellen’.

In de zeven jaar dat ik lesgaf was ik zelf werkzaam op een protestants-christelijke basisschool. De meeste bijbelverhalen die daar voorbijkwamen kende ik zelf wel ongeveer, dus dan was het vooral een kwestie van opfrissen.

Als je ook op een school werkt waar verhalen een grote rol spelen, is dat een uitgelezen kans om te oefenen met vertellen.

Geschiedenisverhalen vertellen

Ik zie hem nog door de klas rijden op een paard. De veldslag in. We hoorden het wapengekletter, we voelden de spanning.

Geschiedenis is bij uitstek het vak waar verhalen vertellen een grote rol speelde. Verhalen die je niet meer vergeet.

Zelf vertelde ik ook geschiedenis verhalen in mijn klas. Ik gebruikte als basis het boek van Arend van Dam: Lang geleden.

Voor groep 6/7 waren die een beetje te tam, dus maakte ik ze een stuk spannender. Zo gingen we samen de hele geschiedenis door.


Hoe vertel ik een verhaal in mijn klas?

We hebben het uitgebreid gehad over het waarom van verhalen vertellen in de klas. We hebben gekeken naar 6 verschillende soorten doelen waar je het vertellen voor in kunt zetten.

“Dat is allemaal mooi Rudolf, maar hoe vertel ik een verhaal in mijn klas? Praktisch! De korte versie graag!”

Daar gaan we…

Hoe vertel ik een verhaal in mijn klas?

  1. Voorbereiden

    Je kunt geen verhaal vertellen dat je zelf niet kent. Om het verhaal te onthouden kun je het opschrijven in steekwoorden, een schema maken, tekenen, visualiseren of het een keer goed doorlezen en spontaan vertellen aan een partner of collega. (Zie ook ‘Leren Verhalen Vertellen‘)

  2. Voorwaarden creëren

    Je kunt niet vertellen in een omgeving waarin de leerlingen niet kunnen luisteren. Dat betekent: digibord uit, afleidingen weg, indien nodig uitspreken wat je van de leerlingen verwacht tijdens het verhaal (niet naar de wc, het is geen groepsgesprek, maar je mag wel meedoen etc.).

  3. Aandacht vangen

    Zonder aandacht ben je nergens. Van te voren moet je bedenken hoe dit verhaal aansluit bij de leerlingen. Wat zouden ze spannend, interessant of grappig kunnen vinden? Tip: Begin met het vertellen van die scène.

  4. Spanning opbouwen

    Er is iets aan de hand in het verhaal. Een probleem, een plan, een droom. Dat ontwikkelt zich, emoties lopen op. Voel de spanning in jezelf en je leerlingen zullen hem ook voelen.

  5. Verwachtingen inlossen

    Hoe loopt het af? Dat willen ze weten. Heb zelf helder waar het hoogtepunt in je verhaal zit. Neem na dat hoogtepunt iets gas terug en geef de leerlingen even de tijd om de afloop te laten bezinken.

  6. Afronden

    Je hebt dit verhaal met een doel verteld. Aan het eind van je verhaal maak je rustig de overstap naar wat je er nu verder mee wilt doen. Geef de leerlingen even de tijd om wakker te worden uit het verhaal.

Hoe vertel ik een verhaal in mijn klas? Nou zo dus.


Verhalen vertellen praktische tips

Waar vind ik verhalen om te vertellen in de klas?

Waar vind je verhalen die je kunt gebruiken in de lessen van verschillende vakgebieden? En hoe zorg je dat je verhalen kunt hergebruiken?

Omdat ik die vraag veel van leerkrachten kreeg, maakt ik Het Verhalenpakket. Boordevol verhalen die ook beginners kunnen vertellen in de klas.

Maar misschien zoek je een andere soort verhalen. Hieronder zet ik een aantal boeken met verhalen op een rijtje waar je dan misschien wat aan hebt. Natuurlijk is een verhaal pas het begin, je zult het altijd moeten aanpassen naar jezelf, je leerlingen en je lesdoelen.

Wereldoriëntatie

Arend van Dam heeft een aantal boeken geschreven boordevol met verhalen die je zo kunt gebruiken om te vertellen op de basisschool.

  • Lang geleden…: Verhalen over de geschiedenis van Nederland.
  • Overal en ergens: Verhalen uit de verschillende provincies van Nederland.
  • Voorbij de horizon: Verhalen uit de verschillende delen van Europa.
  • In een land hier ver vandaan: Verhalen over bijzondere plekken in de wereld.

Voor de bovenbouw is het wel belangrijk dat je van te voren bedenkt hoe je deze verhalen genoeg spanning mee kunt geven.

Bekijk hier alle boeken van Arend van Dam op bol.com

Kunst & Cultuur

Een hele kunst Arend van Dam

In het boek ‘Een hele kunst’ (link naar bol.com) vind je interessante achtergrondverhalen over verschillende kunstvormen (dans, theater, beeldhouwen, schilderen etc.) en bekende kunstenaars.

Met zo’n verhaal plaats je de kunstvorm/kunstenaar in een voor kinderen begrijpelijke context.

Sprookjes en volksverhalen

Sprookjes en volksverhalen zijn verhalen die kinderen al van jongs af aan meekrijgen. Je kunt ze door de hele basisschool vertellen, mits je ze aanpast aan de leeftijd van de kinderen in de klas.

Het Verhalenpakket bevat alleen sprookjes en volksverhalen van over de hele wereld. Een goede start!

Een leuke site voor sprookjes en volksverhalen in de onderbouw is de verhalenverzameling van Melanie Plag, ook bekend als Babboes.

Op mijn pagina ‘Aanbevolen’ schrijf ik over meer boeken die ik je aan kan raden. Deze drie bevatten leuke sprookjes en volksverhalen om te vertellen:

Verhalen bij feestelijke gebeurtenissen / seizoenen

Elk jaar komen de seizoenen en een aantal feestelijke gebeurtenissen terug. Verhalen daaromheen kun je dus elk jaar weer gebruiken!

In de Verhalenalmanak (http://www.beleven.org/verhalen) kun je verhalen zoeken op thema, en dus gemakkelijk verhalen vinden die bijvoorbeeld passen bij Sinterklaas, Kerst of de Lente.

Ik schreef een artikel met een leuke opdracht voor de midden- en bovenbouw rondom sinterklaasverhalen.

Bijbelverhalen

Werk je op een christelijke basisschool? Dan is het de moeite waard om een kinderbijbel aan te schaffen die je aanspreekt. Er zijn tientallen verschillende, een bezoekje aan een christelijke boekhandel geeft je de kans om er een heel aantal in te kijken.

In zo’n kinderbijbel zijn vaak alleen de bekendste bijbelse verhalen opgenomen, in eenvoudige taal. Dat maakt de voorbereiding een stuk makkelijker.

Methodes van verschillende vakken

Bij veel vakgebieden worden verhalen gebruikt, maar dan om voor te lezen. Er is niets mis met voorlezen, maar kinderen onthouden verhalen simpelweg beter als je ze boeiend vertelt. Kijk de methode van een vakgebied eens door en besluit welke verhalen je beter kunt vertellen.

Hoeveel tijd kost het om een verhaal voor te bereiden?

Hoelang tijd

Het is belangrijk om te kiezen voor verhalen waar je zelf iets mee hebt. Als jij niet enthousiast van een verhaal wordt, zullen de kinderen dat ook niet worden als je het vertelt!

Ik merkte ook dat ik vrijwel nooit ‘genoeg’ tijd had om een verhaal voor te bereiden. Vrijwel altijd minder dan 30 minuten! Dat is voor de meeste leerkrachten ook herkenbaar.

Zo’n verhaal vertellen was dan ook voor mij een avontuur, want het voelde niet alsof ik het al perfect in de vingers had.

Een verhaal voorbereiden kost méér tijd dan een boek openslaan en het voorlezen, maar levert ook méér op. Het is dus handig om juist die verhalen voor te bereiden, die je vaker kunt gebruiken. Het is jammer als je een verhaal maar één keer kunt vertellen, want hoe vaker je een verhaal vertelt, hoe beter het wordt (link naar artikel).

Kies daarom zoveel mogelijk voor verhalen die je volgend schooljaar weer kunt vertellen. Denk bijvoorbeeld aan een bekend geschiedenisverhaal (Piet Hein, Anne Frank), bekende bijbelverhalen (David & Goliath, Kerstverhaal, De Verloren zoon), of verhalen bij jaarlijkse feesten (Sint Maarten, Sinterklaas).

Hoe kan ik de verhalen bewaren voor volgende schooljaar?

Ik hou van makkelijk. Gooi de bron van je verhaal (kopietje boek, printje website) met je voorbereiding in een doos. Of een map etc. Als je houdt van netje ordenen kan het handig zijn om de verhalen per vakgebied in te delen.

Blader je verhalen aan het begin van het jaar even door om te weten wat je allemaal hebt.

Je zult merken dat als je een jaar later je voorbereiding (tekeningen, steekwoorden of een korte samenvatting) weer doorleest, het verhaal weer bij je naar boven komt! En bij twijfel heb je dan ook nog de tekst die je kunt herlezen.

Investeren in verhalen

💡 Stel dat je elke maand van het schooljaar één nieuwe verhaal voorbereidt en vertelt. Dan heb je na 4 jaar een repertoire van maar liefst 40 verhalen!  Verhalen die je zonder al te veel voorbereiding elk jaar weer kunt vertellen.

Dat betekent: veel samen genieten met de kinderen, lesstof die effectief overgebracht wordt, en kinderen die je altijd zullen onthouden als de juf of meester die zulke mooie verhalen vertelde. 🙂


Persoonlijke verhalen vertellen

Leerlingen in je klas willen graag een goede band met jou. Sterker nog: sommigen doen hun werk vooral voor jou. Wat jij vindt en doet is belangrijk voor ze, ook al laten ze dat niet altijd zo merken.

Jouw persoonlijke verhalen, hoe kun je die gebruiken in je klas?

Welke persoonlijke verhalen heb jij te vertellen?

Ja, zei een juf tegen me… dan gaat het bij rekenen over korting geven en dan vertel ik altijd dat ik zelf een jurkje ging kopen en niet wist of ik het kon betalen. Hoe het eruit zag, waar ik het kocht, wat er op het prijskaartje stond. En dat ik me daar in de winkel afvroeg of ik het zou kunnen betalen.

Leerlingen zijn veel meer betrokken bij deze uitleg dan bij: ‘Margriet had 15 euro en in de winkel hing een jurkje van 20 euro met een 25% kortingsticker. Kon ze het betalen?’.

Er zijn heel veel methodes, leuke lessen en materialen. Maar er is maar één juf of meester. Die juf of meester heeft al veel meegemaakt én beleeft nog elke week kleine avonturen. Omdat het over jou gaat, is de betrokkenheid van de leerlingen veel groter en blijft er dus meer hangen. Ze willen graag weten wat jij meemaakte!

Een paar voorbeelden van persoonlijke verhalen bij lessen van verschillende vakken:

  • Aardrijkskunde: heb je wel eens een aardbeving meegemaakt?
  • Techniek (lucht, weerstand, etc.): hoe was het om dat papieren vliegtuigje uit het zolderraam te gooien?
  • Rekenen: hoe spaarde jij vroeger voor iets moois dat je wilde kopen?
  • Taal: herinner je je nog een verhaal dat je vroeger schreef?
  • Lezen: ben je wel eens in een land geweest waar je niets kon lezen (ander schrift)?
  • Geschiedenis: heeft jouw opa of oma dingen meegemaakt in de Tweede Wereldoorlog?
  • Boetseren: is er vroeger wel eens een kleipotje van jou mislukt?

Hoe vind je die persoonlijke verhalen?

Je kijkt naar de lesstof en mijmert er een beetje bij weg. Zit er iets in dat je zelf wel eens meegemaakt hebt? Kun je dat gebruiken?

En, als je niet op ideeën komt, zit er in de tekst iets wat je kunt gebruiken om een verhaal te verzinnen? Zo’n verhaal over wat je ouders of die gekke oom Jan meegemaakt hebben? Verhalenvertellers hebben vaak veel wonderlijke familieleden. 😉

Hoe vaker je de connectie maakt met je persoonlijke verhalen, hoe makkelijker dat wordt.

Aandachtspunten bij persoonlijke verhalen vertellen

Er zijn een paar dingen waar je op moet letten bij het vertellen van persoonlijke verhalen, of ze nu wel of niet waar gebeurd zijn.

  • Ken je de uitdrukking ‘in geuren en kleuren vertellen’? Als je iets persoonlijks vertelt, pak dan ook uit, en vertel het in geuren en kleuren, met al je enthousiasme en details!
  • Leerlingen prikken door onechtheid heen. Een persoonlijk verhaal vertellen is geen trucje.
  • Als leerkracht ben je er voor de leerlingen, ze zijn er niet voor jou. Emoties horen bij het leven, maar blijf weg bij persoonlijke verhalen die jezelf van slag brengen.

Wil je liever niet teveel over je privéleven vertellen? Vertel je eigen gebeurtenissen maar dan alsof ze gebeurd zijn bij je moeder of je beste vriend / vriendin.

Extra voordelen van persoonlijke verhalen vertellen

  1. Door persoonlijke verhalen te vertellen, laat je iets zien van jezelf. Dat nodigt leerlingen ook uit tot openheid naar jou toe.
  2. Ook al heb je geen tijd om verhalen te zoeken en voor te bereiden, je eigen verhalen heb je altijd bij je. Door die te vertellen en te kijken hoe leerlingen erop reageren, ontwikkel je jezelf als verhalenverteller. Je kunt beter de spanningsboog van kinderen aanvoelen en je leert hoe je ze geboeid houdt. Dat maakt je een betere leerkracht en bovendien ontdek je hoe leuk het is om samen met de leerlingen een verhaal te beleven.
  3. Je bouwt aan een repertoire van persoonlijke anekdotes die je elk schooljaar weer in kunt zetten, vaak op meerdere manieren. Die anekdotes heb je altijd bij je. Dat is extra interessant als je veel invalwerk doet!

Voorlezen en vertellen

Voorlezen of vertellen? Voorlezen én vertellen! 🙂

Prentenboeken voorlezen

Bij vertellen doe je beroep op de beelden die kinderen al hebben.

Het is belangrijk om je te realiseren dat kinderen die geen beeld hebben van hoe een kasteel eruit ziet, zich dat ook niet kunnen voorstellen als ze naar je luisteren.

Voor jonge kinderen is het (interactief) voorlezen van prentenboeken dan ook extra belangrijk: ze krijgen daardoor een grotere woordenschat en ‘beeldenschat’.

💡 Door de hele basisschooltijd heen blijft voorlezen belangrijk. Keer op keer komt dat uit onderzoek naar voren. Ontdek hier meer over het belang van voorlezen: link naar leesbevorderingindeklas.nl

Verschillen tussen Vertellen en Voorlezen

Ik vroeg de leerlingen aan het eind van het schooljaar in mijn klas naar de verschillen tussen voorlezen en vertellen. Met hun reacties sloegen ze denk ik de spijker op de kop.

Als je het voorleest, kijk je veel in je boek. Als je het vertelt doe je er veel meer leuke dingen bij met je handen enzo.

Bij voorlezen kijk je ook de klas in. Je kunt het ook heel interactief maken. En toch…

Vertellen is veel meer een evenement. Het boek staat letterlijk niet tussen jou en de leerlingen in.

Als je vertelt mogen we veel meedoen en meebedenken met het verhaal. Je kunt het dan nog veranderen.

Omdat je bij het vertellen van een verhaal niet vast zit aan een tekst, biedt het meer mogelijkheden voor improvisaties en voor het veranderen van het verhaal.

In de ene klas moet je het verhaal wat spannender maken dan in de andere. Bewust en onbewust pas je je vertelling aan aan de kinderen en reageer je op hun inbreng. Dat maakt het tot een avontuur waarin de kinderen ervaren dat ze meedoen.


Verhalen vertellen in de klas: boeken en websites

Boeken over verhalen vertellen in de klas

Onderstaande boeken gaan allemaal over verhalen vertellen in de klas. Alle plaatjes linken naar de beoordelingen en prijzen op bol.com.

Verhalen vertellen en vragen stellen
Verhalen verbinden Aat van der Harst

Websites over verhalen vertellen in de klas

Hier vind je een overzicht van websites met veel informatie over vertellen in het onderwijs.

Mis je een website? Stuur me een email, zodat ik hem voor iedereen kan toevoegen aan dit overzicht.

Deel je inspiratie

Er zit een hoop tijd en energie in dit artikel. Ik hoop dat je het met plezier gelezen hebt en er wat van opgestoken hebt.

💡 Inspireer anderen tot het vertellen van verhalen door dit artikel te delen met onderstaande knoppen.

Veel vertelplezier! 🙂

Vergelijkbare berichten